Vanaf Torotoro gaan de 90 kilometer terug over de kinderkopjes een stuk vlotter dan de heenweg. We gaan richting Cochabamba, eenmaal daar rijden we een uur stapvoets door een hele drukke markt .. verkeerde afslag. Net als de meeste andere Boliviaanse steden is Cochabamba niet bijster interessant. Het is er wel mooi weer, er zijn koffietentjes met goede koffie en geweldige fruitsalades en er zijn, voor de afwisseling, vegetarische restaurantjes. Verder vinden we een goede vriendelijke motor garage waar de motoren goed worden onderhouden en we beiden een nieuwe voorband krijgen, dat is zeker nodig met ons nieuwe plan. We rijden via een alternatieve route in een paar dagen richting La Paz, de directe route is een saaie snelweg met veel vrachtwagens. De eerste dag is vooral stoffig met nog veel vrachtverkeer. S’avonds komen we aan in een vies dorpje met veel honden. Het eerste hotel waar we inchecken blijkt vlak naast onze kamer 5 grote blaffende honden te hebben waarvan 2 rottweilers. Ook staan er op de parkeerplaats verlaten busjes en zelfs een Nederlandse caravan. De wc’s zijn vanzelfsprekend zeer smerig. De plek voelt een beetje aan alsof s’nachts de rottweilers op de toeristen worden afgestuurd, we smeren hem zsm. Het hotel verderop is net zo vies maar heeft geen “we voederen alle toeristen aan de honden” gevoel. De volgende dag begint mooi, we klimmen tot hoog in de bergen met fantastische uitzichten.

Na de lunch komen we echter buiten de gebaande paden en maakt het asfalt plaats voor een smal onverhard weggetje. Het is een lastige middag met flinke afgronden, pittige haarspeldbochten en veel stof. Aan het eind van de middag vinden we weer een typisch smerig Boliviaans hotel, er is één wc voor iedereen en de rest van de gasten zijn vrachtwagen chauffeurs.

Lastige onverharde haarspeldbocht weg naar beneden

De tweede dag door dit gebied is nog lastiger dan de eerste, we moeten 220 kilometer onverhard rijden. Er was weinig eten te vinden in het gehucht en dus rijden we de eerste uren op droog brood en water. De natuur is niet lelijk maar door de slechte smalle weg en alle stof in de lucht valt er weinig te genieten. Sterker nog na een uur ziet Fleur het al niet meer zitten (migraine) en Maarten heeft er ook maar bij vlagen plezier in. We zijn s’ochtends om 8 uur weggereden en komen s’avonds om 7 uur in het donker aan. Een lange helse dag met pijnlijke billen en rug.

Hier wordt voornamelijk coca verbouwd
We hebben Fleur na deze lange dag naar de stomerij moeten sturen

Na een paar dagen bijkomen rijden we richting La Paz, de stad met meer taxibusjes dan inwoners. Het hotel waar we zitten is heerlijk en dat is maar goed ook, La Paz zelf is namelijk minder leuk. Het leukste wat we doen is de gondel nemen naar 4km hoogte met een geweldig uitzicht over de stad en de omringende bergen. Maarten wil één van de bergen van 5400meter beklimmen maar is op de desbetreffende ochtend ziek, zonder energie zo’n berg oplopen en met enige regelmaat naar de toilet te moeten rennen lijkt geen goed idee.

La Paz vanuit de gondel

Als we La Paz uitrijden rijden we weer door drukke straatjes vol met marktkraampjes, bussen en taxi’s. Na een uur zijn we opgelucht als we de stad uit zijn en weer wat frisse lucht kunnen inademen. We komen in de buurt van het Titicaca meer en moeten onderweg nog een typisch Boliviaanse boottochtje ondergaan, de pontjes zijn gammele houten gevallen waar wij samen met een grote bus op gaan. Wederom opgelucht als we dit achter de rug hebben, de favella in Rio de Janeiro is er niets bij.

Het stadje Copacabana aan het Titicacameer is de laatste bestemming in Bolivia voordat we naar Peru gaan. Het Titicacameer is het hoogst gelegen  (bevaarbare?) meer ter wereld en is zeker de moeite waard om te bezichtigen. Vooral vanaf het eiland Isla del Sol is het uitzicht prachtig, helaas moet je hier wel 5 uur voor op een traag bootje zitten.

Na een maand Bolivia en de nodige zieke dagen is het tijd voor een nieuw land: Peru! We hebben een mooie maar best lastige tijd gehad in Bolivia, het armste land van Zuid Amerika. Het land van dubbele namen (Sipe Sipe, Torotoro, Vila Vila, Tica Tica), afval, zwerfhonden, coca, gefrituurde kip met friet, rijst én pasta, buikpijn, schreeuwende mensen, lama’s en veel stof. Niet het land van wc brillen, wc papier, hygiëne, warme douches, prullenbakken, verkeersregels en zeer gastvrije mensen. Als je zoals wij veel buiten de gebaande paden reist, buiten de gringo trail, kom je in Bolivia veel armoede en treurige dorpjes en stadjes tegen waar je als toerist weinig te zoeken hebt. Maar goed, dat hoort bij avontuur en maakt je ook weer dankbaar dat je in Nederland geboren bent en alle kansen (en hygiëne..) krijgt.